Gefeliciteerd met deze schitterende ruimte, oogverblindend kan ik wel zeggen.
Een kunstenaarsintiatief, in de eerste plaats denk je waarom een kunstenaarsinitiatief. Vaak is dat een organisatie van kunstenaars die nog zoekende zijn en proberen te vinden in welke richting ze zich willen ontwikkelen. Daar is hier geen sprake van, deze kunstenaars weten heel precies wat ze willen. Die hebben wat dat betreft absoluut geen initiatief nodig.
Iets anders waar je aan denkt, bij jonge kunstenaars nogal vaak, is de bekende theaterterm ´aanstormend talent´ en ook dat is heel duidelijk, deze kunstenaars stormen niet. Ze hebben een heel heldere manier van aanpakken. Dus er is een interessante verwantschap waarbij je niet meteen verwacht, nou daar is een initiatief voor nodig. Maar ik zal proberen uit te leggen waarom het volgens mij zeer to the point is. Die verwantschap is eigenlijk ook wel aangetoond in de teksten van Philip Peters, die prachtig heeft laten zien hoe deze kunstenaars via heel eenvoudige ingrepen een enorme complexiteit weten op te roepen. Het lijkt een beetje op spiegelzalen waarbij je met heel weinig hulpmiddelen iets kan maken wat uit elkaar spat in een soort confetti van mogelijke interpretaties en theorieën. En Philip heeft geprobeerd die zo veel mogelijk te volgen binnen het bestek van de tekst, dus dat is eigenlijk al goed te zien. Wat hoort er bij dit werk, wat maakt het gemeenschappelijk?
Vanochtend heb ik Els gebeld met een hele domme vraag: Els ik zit met een probleem, waarom heten jullie JCA DE KOK? Toen zei ze: nou dat is gewoon de naam op een gevelsteen, en daarom hebben we het zo genoemd. Nou wat is interessant, ik moest het weten en op het moment dat ik het weet, weet ik dat het volmaakt onbelangrijk is. En daarmee vinden we iets terug wat typerend is voor dit werk en typerend voor een andere Nederlandse kunstenaar die ik maar eerst zal memoreren: Vermeer. Een aantal kunsthistorici hebben eindeloos gezwoegd om te achterhalen waar dat huis heeft gestaan van ´het straatje van Vermeer´ Het is heel duidelijk dat het werk verwijst naar een hele specifieke plek, en dat hele specifieke dat dwingt je om te willen weten waar dat huis staat en niemand komt er eigenlijk definitief achter. En ik weet zeker dat als we het weten, we denken: ´Oh, leuk´ en gooien het weg, laten het voor wat het is. En dat is bij dit werk ook heel duidelijk aan de orde, dat het een heel interessante combinatie is van bijna abstracte statements met zeer concrete aanleidingen. Dat komt door fotografie en video uiteraard, maar die combinatie is uitermate belangrijk en het is net alsof die abstracte filosofische gedachte gelanceerd wordt door die concrete plek, maar op het moment dat die gedachte daar is, is die concrete plek niet meer nodig. Dus op de een of andere manier is daar een heel interessant, ingenieus evenwicht ontstaan en dat maakt dat het werk absoluut niet abstract is en ook absoluut niet figuratief, maar eigenlijk een nieuw soort balans zoekt en dat is in al het werk op de een of andere manier te herkennen.
Waarom een initiatief, waarom is deze ruimte zo belangrijk? Ik denk omdat deze kunstenaars op een bepaalde manier conceptueel werken en daarin zit een aanpak die wel lijkt op die van een componist. Eigenlijk zijn deze werken een soort demonstraties van partitures, mogelijke uitvoeringen van partituren. Een beetje zoals de toneelstukken van Becket, als je die leest geeft ie zulke precieze aanwijzingen, dat je denkt ´Oh, dat kan ik ook uitvoeren´ En dan blijkt het achteraf buitengewoon gecompliceerd. Of je kunt denken (Philip Peters verwees er al naar) aan het ‘Silent Piece’ van John Cage, 4 minuten 33seconden….. he, dat kan ik ook, of niet? Waarom wel, waarom niet? Of de readymades van Marcel Duchamps, van Man Ray. Daarin zie je ook dat het vaak een soort recept is en hij geeft ons het recept kado, je zou het kunnen uitvoeren. Het blijkt in de praktijk veel lastiger dan je denkt, of eigenlijk wordt het dan onzin. Maar het suggereert het is uit te voeren en daarmee wordt het kunstwerk een belangrijk kunstwerk en tegelijkertijd één uitvoering van een mogelijke compositie.
Dus wat is deze ruimte dan? Het is eigenlijk een concertzaal voor zwijgende muziek voor beeldend kunstenaars en ik denk dat dat misschien voorlopig een adequate omschrijving is.
Er is nog iets aan de hand, om dit werk goed te bekijken moeten de kunstenaars de tijd stil zetten als het ware. Dus het is een heel bijzonder soort concert; een zwijgend concert met stilstaande tijd. Dan is het concert pas uitgevoerd. Sol Lewitt heeft een keer gezegd in zijn ‘Sentences on Art’ dat een kunstenaar pas een idee krijgt als een werk echt helemaal af is. En dit is helemaal af als het er staat en iemand die zwijgt en de tijd stil zet en naar het werk kijkt. Dan is het werk pas af. Daarvoor heb je die expositieruimte als het ware nodig. Maar die stilstaande tijd maakt dat deze kunstenaars in een spagaat komen. Aan de ene kant is kunst voor hun een constructie van een gedachte, het vinden van een compositie om een recept uit te voeren en dat zo zorgvuldig mogelijk te doen, aan de andere kant heeft kunst altijd, wat ik heel belangrijk vind, het muzische element, het element van het spel, van het ritme, het ritme van de creativiteit. En dat verlangt juist wel een voortgang van de tijd. En hoe combineer je het stilstaan van de tijd met de voortgang van de tijd? Dat kan je in een gezamenlijk initiatief in een expositieruimte. Want dan kan je deze verschillende vormen van bevroren tijd elkaar laten ontmoeten, in discussie laten gaan en dan kan als het ware via een kunstgreep toch weer tijd ontstaan. Ik hoop dat dit nog een hele tijd door zal blijven gaan en wens jullie buitengewoon veel succes.